Taken & verantwoordelijkheden
Collegiaal bestuur
Als wethouder maak je deel uit van het bestuursorgaan college van burgemeester en wethouders. Het college bestuurt op basis van collegiaal bestuur. Dat wil zeggen dat burgemeester en wethouders gezamenlijk een besluit nemen en dit ook naar buiten uitdragen. De uitdrukking ‘het college spreekt met één mond’ komt daar ook vandaan. Alles wat een wethouder zegt of doet, wordt gezegd en gedaan namens het hele college. Bij politiek gevoelige onderwerpen is het daarom zaak er zeker van te zijn dat wat wordt gezegd, ook de mening van het gehele college is, in elk geval naar buiten toe.
Over het innemen van een ander standpunt praten we en maken we afspraken tijdens de eerste ‘tweedaagse’ die we binnenkort als college hebben.
Een individuele wethouder heeft, hoe gek dat ook mag lijken, formeel geen bevoegdheden; het college is bevoegd.
Enige uitzondering op het collegiaal bestuur zijn de bevoegdheden die de burgemeester als afzonderlijk bestuursorgaan heeft. Deze bevoegdheden liggen met name op het gebied van openbare orde en veiligheid.
Natuurlijk worden de onderwerpen waar het college zich mee bezig houdt, verdeeld over de verschillende leden van het college. Dit heet de portefeuilleverdeling. Een collegelid dat een onderwerp in zijn/haar portefeuille heeft, wordt daarom ook portefeuillehouder genoemd.
Daarnaast moeten wethouders zich ervan bewust zijn dat in het sociale en juridische verkeer de collegialiteit van bestuur heel strikt wordt opgevat. Uitspraken van individuele wethouders worden door de omgeving gezien als bindend en als gedaan namens het college. Er is ook jurisprudentie waarin uitspraken van wethouders, ondanks dat deze niet werden gesteund door het college, toch juridische consequenties hadden. Wethouders moeten zich hiervan heel goed bewust zijn. Ook met het oog op de mogelijke politieke gevolgen.
Locoburgemeester
Een locoburgemeester is de plaatsvervangend burgemeester. Locoburgemeesters (eerste loco-, tweede loco-, enz.) worden volgens een, door het college vastgestelde, volgorde van plaatsvervanging aangewezen uit de beschikbare wethouders. Een locoburgemeester neemt in bepaalde omstandigheden de taken over, bijvoorbeeld bij (kortstondige) afwezigheid of verplichtingen van de burgemeester elders. Het overnemen van de taken geldt bijvoorbeeld voor zaken van openbare orde en veiligheid. Het voorzitterschap van de raad wordt in het geval van afwezigheid van de burgemeester overgenomen door degene die door de raad is aangewezen om als waarnemend voorzitter op te treden. Op dit moment is de heer Bugel de eerste waarnemer en mevrouw Peters de tweede waarnemer.
Ambtsketen
Als het voor de vervulling van de taak als locoburgemeester noodzakelijk of wenselijk is dat de ambtsketen wordt gedragen, wordt deze aan de locoburgemeester ter beschikking gesteld. De gemeente beschikt voor dit doel over een tweede ambtsketen. De ambtsketen wordt volgens een Koninklijk Besluit van 1852 verplicht gedragen tijdens de raadsvergaderingen, bij ontvangst van een Commissaris van de Koning, Minister of de Koning. De keten wordt ook gedragen als de (loco)burgemeester in het openbaar optreedt bij brand en verstoringen van de openbare orde. De ambtspenning bestaat uit twee zijden, een met het gemeentewapen en een met het rijkswapen. Wanneer de burgemeester het Rijk vertegenwoordigt, zoals bij het uitreiken van koninklijke onderscheidingen, dan wordt de kant met het rijkswapen gedragen. In andere gevallen wordt de ambtsketen gedragen met het gemeentewapen naar voren gericht.
Integriteit
Integriteit van bestuurders is een onderwerp dat, terecht, de volle aandacht krijgt. Inwoners, bedrijven, instellingen en de media volgen elke stap die je zet op de voet. Je leeft wat dat betreft in een glazen huis. Onze ambtenaren zijn getraind om hier alert op te zijn; voor hun eigen handelen maar ook om je te wijzen op de risico’s en gevolgen van uitspraken of je handelen. Wethouders hebben een band met Hollands Kroon in de vorm van wonen, werken, familie en/of verenigingsleven. De stap naar wethouder betekent dat je in dienst komt te staan van de gemeente. Het in beeld brengen van raakvlakken tussen persoonlijke belangen en achtergronden, en het dienen van het algemeen belang wordt inzichtelijk gemaakt via een risicoanalyse integriteit. Een vragenlijst, persoonlijke gesprekken en een bespreking met het college zijn onderdeel hiervan. We hebben ervoor gekozen om geen dikke handboeken op te stellen over integriteit maar het gesprek met elkaar aan te gaan om te bepalen wat wij onder integriteit verstaan. Integriteit is niet te vangen in allerlei vastgestelde regels maar vraagt om structurele aandacht voor - en over gedrag. Ook hierover maken we tijdens de eerste ‘tweedaagse’ afspraken; wat is integriteit, welke basisafspraken maken we hierover en hoe voorkomen we dat op dit onderwerp problemen ontstaan. Daarnaast worden de formele afspraken vastgelegd in een gedragscode integriteit die door de gemeenteraad in 2022 wordt herzien en ook van toepassing is op de wethouders en de burgemeester.
Inbewaringstelling
De crisismaatregel in de Wet verplichte GGZ (Wvggz) is een beslissing van de (loco)burgemeester waarmee verplichte zorg toegepast kan worden. Dit is in een crisissituatie waarin snel ingegrepen moet worden vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Een crisismaatregel is maximaal drie werkdagen geldig. Het gaat om de burgemeester van de gemeente waar de patiënt op dat moment is. De burgemeester kan een wethouder de bevoegdheid geven om een crisismaatregel te verlenen. De burgemeester baseert zich op een medische verklaring van een psychiater. Verder zal hij de patiënt zo mogelijk laten horen. Als het niet lukt om de patiënt te spreken, of de patiënt stelt daar geen prijs op, wordt vermeld in de crisismaatregel waarom dat niet is gebeurd. Criteria voor een crisismaatregel: • Er is sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de persoon zelf of zijn omgeving. Het is niet nodig dat er al iets ernstigs is gebeurd. De kans daarop is voldoende. Maar die kans op ernstig nadeel moet natuurlijk wel reëel en acuut zijn. • Er is een ernstig vermoeden dat het gedrag dat leidt tot ernstig nadeel wordt veroorzaakt door een psychische stoornis. Een psychiater moet dit vaststellen. • Een crisismaatregel is nodig om het nadeel weg te nemen. • De patiënt verzet zich tegen de noodzakelijke zorg. • Er is geen tijd om de procedure voor een zorgmachtiging te volgen omdat het ernstig nadeel onmiddellijk dreigend is. De burgemeester kan alle vormen van verplichte zorg opleggen die de Wvggz kent, zoals: gedwongen behandeling of medicatie, het beperken van bewegingsvrijheid, insluiting, toezicht en opname. Verplichte zorg op grond van een crisismaatregel kan ook ambulant (buiten een instelling) worden verleend. De patiënt mag alleen naar een politiecel worden gebracht als hij wordt verdacht van een strafbaar feit. Alle verplichte zorg moet voldoen aan de uitgangspunten van de wet. De verplichte zorg moet: • in verhouding staan tot het beoogde doel • de enige oplossing zijn • effectief zijn • veilig toegepast kunnen worden Hollands Kroon is aangesloten op de firma Khonraad. Nieuwe bestuurders krijgen van Khonraad een telefonische instructie. Via Khonraad wordt de geneeskundige verklaring, rechtsbijstand en het verzenden van documenten naar de Officier van Justitie geregeld.
Tijdelijk huisverbod
Op grond van de Wet tijdelijk huisverbod kan aan meerderjarige personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat, een tijdelijk huisverbod worden opgelegd. Deze persoon moet in het huis wonen dan wel anders dan incidenteel daar verblijven. De burgemeester of haar plaatsvervanger is bevoegd om een tijdelijk huisverbod op te leggen. De Wet tijdelijk huisverbod begint voor de gemeente pas op het moment dat de Hulpofficier van Justitie (HOvJ) ter plekke is geweest en een risicotaxatie-instrument huiselijk geweld (RiHG) heeft ingevuld. De HovJ neemt telefonisch contact op met de burgemeester of haar vervanger. Op basis van het verhaal en de uitkomst van de RiHG geeft de burgemeester of haar vervanger telefonisch akkoord. In principe wordt het advies van de HOvJ gevolgd. De burgemeester heeft de HOvJ met een ondertekeningsmandaat gemandateerd om de beschikking namens haar te ondertekenen. De beschikking wordt hierna naar de gemeente verzonden. De medewerker openbare orde en veiligheid handelt de zaak verder af.
Piketdienst
De collegeleden hebben om beurten in het weekend piketdienst (van vrijdag 12.00 uur tot maandag 08.00 uur). Het piketrooster wordt verstrekt door team Ondersteuning. Wanneer je door omstandigheden (ziekte, vakantie of om andere reden) niet in staat bent om je piket te vervullen, regel je samen met team Ondersteuning vervanging.
Rampenbestrijding
De rampenbestrijding is in beginsel een gemeentelijke verantwoordelijkheid waarbij de burgemeester (of haar plaatsvervanger bij haar afwezigheid) het opperbevel heeft bij de rampenbestrijding. Op het gebied van rampenbestrijding zijn wij onderdeel van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. De organisatie waarin de 16 gemeenten uit Noord-Holland Noord met de hulpverleningsdiensten samenwerken op het gebied van rampen- en incidentbestrijding. Er zijn regionale afspraken over opschaling en de wijze van afhandeling van risicosituaties. Het is mogelijk dat je tijdens jouw piket wordt gebeld omdat er een crisis is (bv. brand, natuurramp, volksoproer, crisis tijdens evenement). Of een bestuurder ter plaatse gaat is situatie afhankelijk. Als dit vanuit de rol van burgervader/moeder noodzakelijk is, gebeurt dat in afstemming met de medewerker openbare orde en veiligheid. Operationele diensten zijn daar bezig de situatie onder controle te krijgen en dat proces moet niet verstoord worden.
GRIP is de term die de mate van opschaling aanduidt, afhankelijk van de zwaarte en reikwijdte van het incident. In principe zijn het de operationele diensten die opschalen als dat nodig is. Bij GRIP 1 en 2 situaties, waarin het vooral om operationele taken gaat, wordt op bestuurlijk en beleidsniveau nog niets verwacht. Vanaf GRIP 3 wordt een Gemeentelijk BeleidsTeam (GBT) gevormd. Wanneer het gemeentelijk beleidsteam opgeroepen wordt, moet je binnen 60 minuten op het gemeentehuis zijn (en vanaf GRIP 4 of 5, afhankelijk van de regionale inzet, op het kantoor van de Veiligheidsregio in Alkmaar).
In het gemeentehuis is een van de ruimten dan ingericht als Gemeentelijk Coördinatiecentrum (GCC). Je bent voorzitter van het GBT en wordt daarbij o.a. ondersteund door de operationele diensten, de algemeen commandant bevolkingszorg (gemeentesecretaris), een communicatieadviseur en de ambtenaar openbare orde en veiligheid. Een training rampenbestrijding maakt onderdeel uit van je totale inwerkperiode. Wanneer je vragen hebt kun je contact opnemen met de medewerker openbare orde en veiligheid.